Bij filosoferen denk je wellicht aan wijze oude mannen die over het leven nadenken… Bij kinderen en jongeren denk je misschien aan spelen en naar school gaan. Filosoferen met kinderen en jongeren is dan een verrassende combinatie. Echter, je kunt je net zo goed afvragen: ‘waarom níet filosoferen met kinderen en jongeren?’.
Immers, filosoferen betekent kritisch denken: een basisvaardigheid die je nodig hebt om goed te kunnen leren. Filosofie betekent letterlijk ‘verlangen naar wijsheid’, een verlangen dat het leren stimuleert. Het is op zijn minst opmerkelijk dat er in het Nederlandse onderwijs zo weinig aandacht wordt besteed aan filosoferen, in tegenstelling tot in de landen om ons heen. Kinderen hebben van nature een nieuwsgierige en verwonderende houding. Zij stellen allerlei vragen over de wereld om hen heen, vooral de bekende ‘waarom’ vraag…Die vragende, ontdekkende houding van kinderen stimuleert hen om te leren en zich te ontwikkelen en zouden we eigenlijk moeten koesteren en op latere leeftijd laten herontdekken, als zijnde de motor van het leren!
In het huidige onderwijs is het vooral de leerkracht die de vragen stelt. En dit zijn dan nog vaak controlerende vragen: hij of zij weet zelf het antwoord wél. Kinderen leren hierdoor dat de opvoeder degene is die het antwoord weet (of het antwoord staat in een boek); zij zitten in een afhankelijke positie. Tijdens het filosoferen stellen kinderen zélf vragen en beantwoorden zij deze ook zelf. Zij helpen elkaar daarbij. Zij creëren zelf kennis. Het is een persoonlijke en gezamenlijke zoektocht naar wijsheid, in de vorm van gespreksvoering. Door filosoferen leer je jezelf en anderen beter kennen. Het is een vorm van reflectie op je eigen leven en de wereld om je heen.
De opvoeder (gespreksbegeleider/ leerkracht) houdt zich inhoudelijk afzijdig, maar heeft wel een sterke rol in het structureren en ondersteunen van het gesprek. Doordat er vraaggericht gewerkt wordt, zijn kinderen vaak zeer gemotiveerd. Het leren is gekoppeld aan hun belevingswereld: het is contextueel en concreet leren. En doordat zij zelf antwoorden mogen geven en een antwoord niet direct fout of goed is, wordt hun zelfvertrouwen gestimuleerd. Het gesprek is bovendien een sociaal proces. Doordat zij met anderen in gesprek gaan, ontmoeten zij de belevingswereld van anderen. Zij leren hoe anderen tegen de wereld aankijken, vanuit een eigen cultuur.
Niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de gespreksbegeleider (bijvoorbeeld de groepsleerkracht) is dit een verrijking. Ook zij krijgen meer inzicht in de belevingswereld, de culturele achtergrond en het denkniveau van de kinderen in de klas. Sociale en cognitieve vaardigheden die geoefend worden door het filosoferen zijn: het stellen van vragen, goed luisteren, logisch redeneren, argumenteren en samenvatten. Uit divers onderzoek blijkt dat regelmatig filosoferen een positief effect heeft op het cognitieve niveau, als ook op het sociale en emotionele vlak[1].
Kinderen leren door te filosoferen beter zichzelf en anderen te begrijpen. Begrip is een voorwaarde om tolarantie (verdraagzaamheid) voor elkaar te ontwikkelen. ‘Tolerare’ (latijn) betekent immers ‘dragen’. En om de mening van de ander te kunnen verdragen, moet je op z’n minst weten wat die opvatting precies inhoudt! Filosoferen is een geschikte methode om problemen in een groep of in de samenwerking effectief aan te pakken, denk aan onbegrip en conflicten vanuit cultuurverschillen, discriminatie en pesten. Onze samenleving verlangt van burgers dat zij om kunnen gaan met een diversiteit aan culturen, waarden en normen. Dat leer je echter niet vanzelf.
Filosoferen draagt bij aan moreel gevoel en kritisch democratisch burgerschap. In een filosofisch gesprek worden kinderen en jongeren uitgedaagd om op een speelse manier na te denken over lastige vraagstukken.
(Karen Faber, 2012)
[1]Bartels, R. & Rossum, M. van (2009). Filosoferen doe je zo; leidraad voor de basisschool.
Call, C. (2010). Anders denken; filosoferen vanaf de basisschool. Garant.
Faber, K.A. (2009). Morele vorming door kritisch denken; de pedagogische betekenis van filosofie in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen.
Faber, K.A. (2011). Filosoferen met pubers. Pedagogiek in Prakijk, 17e jaargang, nr. 61, 3e editie 2011.