Methoden die ik gebruik zijn:
- Socratische methode van gespreksvoering (in de traditie van Leonard Nelson en Gustav Heckmann)
- COPI-methode (Community of Philosophical Inquiry, van Catherine McCall)
- ‘Filosoferen doe je zo; leidraad voor de basisschool’ (van Rob Bartels en Marja van Rossum, 2009)
- ….en diverse andere methoden voor filosoferen met kinderen (o.a. Berrie Heesen, Paul Cleghorn).
Plezier in het leren vind ik heel belangrijk. Ik geef kinderen ruimte om zelf te ontdekken. Naast het filosofisch gesprek gebruik ik actieve en creatieve spelvormen (verwerkingsopdrachten). We praten niet alleen met elkaar, maar wissel dit af met bewegen, uitbeelden, tekenen, knutselen, schrijven, spelen etcetera.
Structuur hoort bij mijn manier van werken. Juist bij filosoferen vind ik dit erg belangrijk. Enerzijds omdat het helpt de grote (levens)vragen af te baken en concreter te maken. Anderzijds, omdat ik van mensen vraag zich open te stellen, en dit kan kwetsbaar zijn. Duidelijkheid door gespreksregels en gebaren (voor bijv. ‘stilte’ of ‘iets willen zeggen’), zorgt dan voor veiligheid. Dit maakt een les ook voor bijv. het speciaal onderwijs geschikt (naast kleinere groepjes en kortere lessen).
Zo is filosoferen een leerzame en vooral een leuke activiteit!